Tandheelkundige behandeling onder narcose bij kinderen

praktisch

Als uw kind geopereerd wordt en hiervoor onder algemene anesthesie gebracht wordt, is dit een ingrijpende gebeurtenis. Vanzelfsprekend wilt u uw kind zo goed mogelijk ondersteunen en hem of haar hierop voorbereiden. Op deze pagina vindt u informatie en afspraken zoals die in het AZ Groeninge zijn gemaakt. Tevens kunt u lezen hoe u uw kind zelf kunt voorbereiden op de opname. 

Nadat de afspraak voor het behandelen onder narcose gemaakt is, dient u de voorinschrijving te vervolledigen. Dit doet u door minimum 1 week op voorhand op te bellen naar Annelies Stove 056/63 20 50 (kinderdagziekenhuis).
 
Bij de initiële consultatie heeft u een toestemmingsformulier voor de narcose, alsook een preoperatieve vragenlijst en een akkoord van betaling gekregen. Gelieve deze documenten ingevuld en ondertekend mee te brengen naar het ziekenhuis de dag van de voorinschrijving.
 

voorbereiding kind - ouder

Het doel van het geven van informatie aan een kind over de ingreep (met name de gang van zaken rond de narcose) is om het kind voor te bereiden op datgene wat hem te wachten staat en zijn angst beheersbaar te maken. Het is niet de bedoeling het kind bang te maken. Door het verkrijgen van juiste informatie over wat er gaat gebeuren, behoudt het kind zijn vertrouwen in volwassenen. U moet uw kind op een aantal dingen voorbereiden: de onbekende omgeving, de onbekende mensen in groene kledij of witte schorten, de ingreep die uw kind moet ondergaan, de narcose, de eventuele pijn die het kind kan ondervinden na de ingreep. Bij peuters en kleuters zijn de ouders het meest geschikt om hun kind te informeren. Om u als ouder in staat te stellen uw kind goed te kunnen informeren, is het noodzakelijk dat uzelf goed bent voorbereid. Hieronder geven wij per leeftijdsgroep enkele tips en adviezen.
PEUTERS
Peuters begrijpen al veel van wat hun wordt verteld, ook al kunnen zij zelf nog niet goed praten. Vertel uw kind zo eenvoudig mogelijk wat er gaat gebeuren maar begin er niet te vroeg mee. Boekjes kunnen bij het vertellen helpen (zie boekenlijst achterin). Vertel uw kind waarom het naar het ziekenhuis gaat, hoe lang het verblijf duurt, dat u meegaat en bij hem blijft. U kunt de vertrouwde zaken vertellen, zoals in bed liggen, pyjama dragen en spelen. De minder vertrouwde zaken, zoals thermometer, zetpil, drankje, de verpleegkundigen en artsen, vreemde apparaten en de pijn na de operatie, moeten vooral niet worden weggelaten. Vertel uw kind dat er waarschijnlijk meer kinderen op de kamer zullen liggen. Door met uw kind het verhaal te spelen (bijvoorbeeld a.d.h.v. een dokterssetje), kan alles wat begrijpelijker worden.
KLEUTERS
Bij kleuters geldt hetzelfde als bij peuters, alleen kan uw verhaal wat uitgebreider zijn. Op deze leeftijd gaan kinderen vragen stellen. Wees wel voorzichtig met het vertellen over de ingreep zelf. Het is snel beangstigend en kinderen kunnen erover gaan fantaseren. Het is van belang dat uw kind weet dat hij voor de operatie onder narcose (in slaap) wordt gebracht. Daardoor zal hij niets voelen van de operatie. Als het kind wakker wordt, kan hij pijn hebben. Vraag uw kind eens of hij weet wat er met hem in het ziekenhuis gaat gebeuren. Zo komt u erachter of uw verhaal goed is overgekomen.
KINDEREN VANAF 7-8 JAAR
Bij een ouder kind wordt het gemakkelijker een ziekenhuisopname te verklaren. U kunt het beste zelf bepalen wanneer u dat doet. Het ene kind vindt het prettig tijdig te weten wat er gaat gebeuren. Het kan zich er dan beter op instellen. Een ander kind wordt juist steeds angstiger als het lang moet wachten.

dag van de ingreep

Op de dag van de opname moet u zich eerst aanmelden aan de receptie alvorens zich naar de afdeling dagziekenhuis te begeven.

Wat neemt u mee?
  • een vertrouwde knuffel
  • extra ondergoed
  • een speen indien uw kind dit gebruikt
  • gemakkelijk zittende kleding voor na de ingreep
  • de naam en de dosering van de eventuele medicijnen die uw kind gebruikt
Andere opmerkingen:
  • geen sieraden aandoen
  • bij lange haren liefst staartjes of vlechten maken en geen haarspelden
  • indien uw kind losstaande tanden heeft, gelieve dit dan te melden aan de verpleegkundigen of arts
In te vullen formulieren indien dit nog niet gebeurd is bij de eerste consultatie:
  • een toestemmingsformulier voor de narcose
  • een akkoord van betaling
ETEN EN DRINKEN
Om de narcose voor de operatie veilig te laten verlopen is het belangrijk dat uw kind nuchter is. Dit is belangrijk omdat tijdens de narcose de slikreflex wordt onderdrukt. Door nuchter te zijn voorkomen we dat tijdens de narcose inhoud uit de maag via de slokdarm in de luchtpijp - dus in de longen - terecht komt. Sommige kinderen ervaren het niet mogen eten of drinken als een straf. Leg uw kind daarom de reden uit. U kunt vertellen dat hij zich anders ziek zal voelen na de operatie.

  • Normaal eten en drinken, flesvoeding > tot 6 uur voor de operatie
  • Water > tot 4 uur voor de operatie
Het is belangrijk dat u zich daaraan houdt, anders kan helaas de operatie niet doorgaan. Ook is het belangrijk te bespreken welke medicijnen uw kind gebruikt en of u deze voor de operatie gewoon mag toedienen. Met vragen hierover kan je terecht op het dagziekenhuis, bij voorkeur op het moment van de voorinschrijving of op het nummer 056 63 20 00.
ZIEKTE
De operatie kan NIET doorgaan indien:
  • uw kind ziek is
  • uw kind een temperatuur van 38°C graden of hoger heeft
  • recente ziekte kunnen eventueel, na onderzoek door de anesthesist, een reden zijn om de anesthesie uit te stellen.

opname ziekenhuiskamer

AANMELDEN
U meldt zich met uw kind aan via de receptie in de centrale inkomhal op het uur dat werd afgesproken met de chirurg. Vandaar zal men u wegwijs maken naar de verpleegafdeling.
PREMEDICATIE
Op de ziekenhuiskamer krijgt uw kind een identificatiebandje met zijn of haar naam alsook een pyjamajasje van het ziekenhuis. Sieraden (en eventuele piercings) moeten afgedaan worden. Een half uurtje vóór de operatie zal uw kind een zetpil of een tabletje krijgen om rustiger te zijn. Deze premedicatie neemt de angst een beetje weg en maakt uw kind alvast een beetje slaperig. Daarom moet hij eerst nog even plassen. Vanaf dat moment mag hij niet meer uit bed. De verpleegkundige zal vervolgens u begeleiden naar de operatiekamer of de onderzoeksafdeling. Uw kind mag zijn knuffel, lievelingsspeeltje of een speentje meenemen. Zorgt u er wel voor dat het schoon is en er een sticker op zit met de naam van uw kind en de afdeling?

operatiekwartier

BEGELEIDING DOOR DE OUDERS
De meeste, vooral jonge, kinderen zijn rustiger wanneer één van de ouders tijdens de inleiding van de narcose bij hen is. Kinderen voelen zich dan veiliger en gesteund. U bent dit echter niet verplicht. Er is altijd kundig personeel aanwezig om uw kind gerust te stellen en te troosten, zowel bij de inleiding van de narcose als bij het ontwaken op de recovery. Eén ouder kan, indien hij dit wenst, meegaan naar de operatiekamer om het kind te begeleiden bij de inleiding van het in slaap brengen. Doch, gelieve er rekening mee te houden dat de anesthesist steeds kan besluiten dat u niet bij de inleiding aanwezig kunt zijn om medische redenen of in het belang van de maximale veiligheid van uw kind. Het aanwezig zijn bij het ontwaken van uw kind op de recovery kan enkel onder bepaalde voorwaarden en na overleg met de anesthesist. De operatie zelf kan u niet bijwonen. Het is van belang dat u goed op de hoogte bent van wat u kunt verwachten voor en tijdens de inleiding. Hieronder volgt een opsomming van de voorwaarden waaraan moet voldaan zijn om uw kind te mogen begeleiden:

  • u bent als ouder goed voorbereid, u heeft deze brochure zorgvuldig doorgenomen
  • u hebt uw kind goed voorbereid zoals hierboven werd uitgelegd, bij voorkeur a.d.h.v. de voorgestelde boekjes
  • er is voldoende verpleegkundige begeleiding aanwezig om u na de inductie naar buiten te begeleiden
  • het is niet toegestaan een telefoon, fototoestel, videocamera of andere elektronische apparatuur mee te nemen in de operatiezaal
  • u bent rustig en laat iedereen zijn werk doen
  • u dient zich aan de kledingvoorschriften te houden (zie hieronder)
  • als de anesthesist aangeeft dat uw kind in slaap is (daarbij kunnen de ogen nog open zijn) krijgt u een seintje dat u de operatiekamer moet verlaten. Wij verwachten van u dat u aan dit verzoek onmiddellijk gehoor geeft en met de begeleider terug naar buiten gaat.
KLEDINGVOORSCHRIFTEN
Op de operatiekamer en de ontwaakkamer gelden speciale kledingvoorschriften. U krijgt een jas over uw kleding (de OK-overall of de overjas wordt over de eigen kleding aangetrokken en moet uw eigen kleding helemaal bedekken) en u en uw kind krijgen een muts op (lang haar dient bij elkaar gebonden te zijn). Er zijn ook overschoenen voorzien. In enkele gevallen zult u een neus/mondmasker moeten dragen - dit in verband met de hygiëne op de operatieafdeling. Een medewerker van de operatieafdeling zal u hierbij helpen en u verder begeleiden. Trek daarom makkelijke kleding aan, geen hoge hakken, geen rok en draag geen sieraden. Ook handtassen en dergelijke moet u op de verpleegafdeling achterlaten.
ADVIEZEN VOOR BEGELEIDENDE OUDERS BIJ DE INLEIDING
Het is begrijpelijk dat u zich voor of tijdens de inleiding van de anesthesie onzeker voelt of bang bent. Laat dit niet aan uw kind merken. U bent degene waarop uw kind steunt. Stimuleer uw kind om goed naar de uitleg van de anesthesist te luisteren. We brengen uw kind liggend in slaap. U kunt gewoon naast uw kind staan en tijdens de inductie hem of haar aanspreken. Een normale inleiding duurt ongeveer één minuut. Als uw kind tegenstribbelt, overtuig hem er dan van dat dit nu echt even moet. Zeg tegen uw kind dat u blijft wachten tot de operatie of het onderzoek voorbij is, en dat u er weer bent om hem terug te brengen naar zijn kamer als hij wakker wordt. Indien u zich niet aan deze methode kan houden of u denkt dat het te emotioneel zal zijn, is het beter NIET mee te gaan voor de inductie. Indien u tijdens de inductie toch te emotioneel reageert, kan het zijn dat u terug uit het OK begeleid wordt. Zodra uw kind slaapt geeft de anesthesist aan dat u de operatiekamer moet verlaten. Dan kunt u vb. wachten in de wachtruimte tegenover de operatieafdeling of in de ziekenhuiskamer.
UITLEG OVER DE ANESTHESIE
Voordat uw kind onder anesthesie gaat, krijgt het eerst een pleister met een lampje of een dopje over een vinger of teen om het zuurstofgehalte in het bloed te controleren. Soms krijgt hij ook plakkers op zijn borstkas voor de hartbewaking. Dit is niet pijnlijk. U kunt het vergelijken met het plakken van een pleister. De anesthesist vertelt u en uw kind wat er gaat gebeuren. Jongere kinderen brengen we meestal in slaap met een masker. Het anesthesiegasmengsel vinden kinderen over het algemeen niet lekker ruiken (u kunt bij de voorbereiding aan uw kind uitleggen dat hij deze geur kan wegblazen. Thuis kan u dit alvast oefenen). Oudere kinderen kunnen soms kiezen hoe ze in slaap worden gebracht: met een prikje of met een masker. De plaats waar een kind de prik krijgt, kunnen we vooraf verdoven met een speciale crème (toverzalf). De meeste kinderen vallen bij een inleiding niet gewoon in slaap, maar kunnen de volgende gedragingen of kenmerken vertonen: onrustig worden of juist heel slap (ontspannen) zijn, slaan of trekken met armen of benen, met de ogen draaien, bleek wegtrekken, hoesten, een snelle en oppervlakkige ademhaling... Schrik hier niet van. Deze gedragingen zijn normaal en komen vaak voor. Bovendien merkt het kind er zelf niets van, omdat hij al bijna in slaap is. Indien u denkt dit niet te kunnen verdragen, ga dan liever ook niet mee naar binnen.
BIJWERKINGEN EN COMPLICATIES BIJ ANESTHESIE
Geen enkele ingreep is geheel zonder risico. Met goede bewakingsapparatuur en gekwalificeerde medewerkers zorgen wij zo goed mogelijk voor de veiligheid en comfort rondom de operatie. Toch willen wij u attent maken op mogelijke bijwerkingen en complicaties:

  • Tijdens de algehele anesthesie of narcose:
allergische reactie op medicijnen, beschadiging van gebit of keel door inbrengen van het beademingsbuisje, onvoorspelbaarheden samenhangend met de conditie en gezondheid van de patiënt.
  • Na het ontwaken uit de algehele anesthesie of narcose:
1. slaperigheid, 2. na de uitwerking van de verdoving: pijn in het operatiegebied, 3. misselijkheid en/of braken, 4. droge keel of keelpijn van het beademingsbuisje. Deze irritatie verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen.

recovery

Na de ingreep wordt de patiënt eerst rustig wakker op de recoveryafdeling. Een ouder mag bij het kind komen op deze afdeling.


ontslag ziekenhuis

Het tijdstip dat uw kind naar huis mag, hangt af van de aard van de ingreep. Als alles goed verlopen is en het kind gegeten en gedronken en geplast heeft, zullen de chirurg en de anesthesist het kind toestemming geven om het ziekenhuis te verlaten. Er zal een brief voor de huisarts  en/of eigen tandarts bezorgd worden.


contactnummer bij vragen

Mocht u vragen hebben voor de operatie of bij uw thuiskomst na de operatie of de dagen erna kan u steeds contact opnemen met het dagziekenhuis op 056 63 20 00 (van 07:00 tot 18:00 tijdens weekdagen)


afmelden

De ingreep kan niet doorgaan als uw kind:
  • ziek is
  • een temperatuur heeft boven de 38 graden Celsius

Als uw kind minder dan vier weken geleden een luchtweginfectie heeft doorgemaakt kan het zijn dat de behandelend chirurg of anesthesist beslist de ingreep uit te stellen; dit heeft te maken met de langdurig verhoogde gevoeligheid van de luchtwegen na een luchtweginfectie

Gelieve steeds minimum 48 u voor de afspraak te verwittigen als uw kind niet aanwezig kan zijn op de dag van de afspraak. Dit kan telefonisch op 056 63 20 00, op 056 63 37 71 of met een mail naar mia@craeynest-demaere.beBij het niet opdagen op de afspraak zonder verwittigen kan een vergoeding aangerekend worden.